Een 9-jarige gecastreerde mannelijke Labrador kwam voor evaluatie van een donkere massa in het linkeroog. De eigenaars hadden de massa onlangs opgemerkt. De hond vertoonde geen tekenen van ongemak of visuele tekorten en hij was verder gezond.
Meerdere duidelijke donkerbruine, gladde bolvormige structuren waren zichtbaar in het ventrale aspect van de voorste oogkamer van het linkeroog (Figuur 1). Er werden geen andere oculaire afwijkingen vastgesteld.
Figuur 1
Wat zijn uw differentiële diagnoses en wat zijn uw volgende diagnostische stappen?
Differentiële diagnoses voor een intraoculaire structuur van dit type zijn onder meer neoplasie of uveale cysten. Hyphema ziet er eerder rood dan bruin uit en zal waarschijnlijk geen goed afgelijnde bolletjes vormen. Vreemd materiaal is onwaarschijnlijk in een comfortabel, niet-ontstoken oog.
De volgende diagnostische stappen zijn het beoordelen van de intraoculaire structuren op mobiliteit en transparantie. Als de bolvormige structuren bewegen met de beweging van het hoofd en het oog, zijn uveale cysten veel waarschijnlijker dan neoplasie. Als de structuren transparant zijn, zoals deze, dan is de kans ook veel groter dat het uveale cysten zijn dan neoplasie (figuur 2; de pijl geeft een gebied aan waar transparantie kan worden waargenomen). Transparantie kan worden aangetoond door de structuren te verlichten met een sterke lichtbron die onder een schuine hoek ten opzichte van het oog wordt geplaatst.
Figuur 2
In gevallen waarin de cysten sterk gepigmenteerd zijn en niet goed transillumineren, kan echografie worden gebruikt om cysteuze laesies te onderscheiden van vaste massa’s. Dit vereist het gebruik van een hoogfrequente ultrageluidsonde (35 MHz of vergelijkbaar) met overvloedige hoeveelheden steriele ultrageluidsgel of een ander standoff-apparaat. In figuur 3 stellen de paren heldere gebogen lijnen bovenaan en onderaan het beeld het hoornvlies en het voorste lenskapsel voor, terwijl de cirkelvormige hyperechoïsche structuur met anechoïsch centrum in het midden van het beeld de met vloeistof gevulde cyste voorstelt. Vaste massa’s daarentegen zouden op echografie diffuus hyperechoic verschijnen.
Figuur 3
De gepigmenteerde intraoculaire structuren bij deze hond zijn uveale cysten.
Wat is uw behandelingsplan?
Er is op dit moment geen behandeling nodig. Uveale cysten zijn meestal goedaardige incidentele bevindingen bij honden, met een paar uitzonderingen. Bij bepaalde rassen – Golden Retrievers, Duitse Doggen, Amerikaanse Bulldoggen – worden cysten geassocieerd met andere oogaandoeningen, zoals Golden Retrievers uveïtis of glaucoom. Als bij deze rassen cysten worden vastgesteld, moet de intraoculaire druk worden gemeten en moet een oogarts worden geraadpleegd. In zeldzame gevallen kunnen grote aantallen uveale cysten de voorste oogkamer vullen en het gezichtsvermogen belemmeren. Bij deze honden kan een oogarts de cysten weglaseren met een diodelaser of ze uit het oog verwijderen met behulp van de irrigatie/aspiratie functie van een phacoemulsificatie (cataract chirurgie) apparaat. De laatste aanpak kan de voorkeur verdienen omdat de leeggelopen cysten uit het oog worden verwijderd zodat ze de iridocorneale hoek of het trabeculaire gaaswerk niet belemmeren.
Kernpunten
- Uveale cysten komen relatief vaak voor bij honden en zijn meestal geen reden tot bezorgdheid.
- Uveale cysten vormen zich over het algemeen spontaan, maar zijn ook in verband gebracht met trauma en intraoculaire ontsteking.
- Uveale cysten kunnen zwevend in de voorste kamer worden aangetroffen, zoals bij de hier beschreven hond, vastgehecht aan de pupilrand of posterieure iris (figuur 4), of gescheurd op het corneale endotheel (figuur 5).
- De mate van cystepigmentatie varieert aanzienlijk tussen individuen.
- Uveale cysten kunnen worden onderscheiden van vaste massa’s door hun mobiliteit en transparantie, of door gebruik te maken van hoogfrequente echografie.
- Golden Retrievers, Duitse Doggen en Amerikaanse Buldoggen met cysten moeten worden doorverwezen naar een oogarts, evenals honden met meerdere cysten die het gezichtsvermogen belemmeren.
Figuur 4
Figuur 5