Deze brief werd op 13 juni 1775 gepost door Joseph Warren aan de Luitenant Gouverneur van Rhode Island. Warren was een arts die, nadat hij in 1759 afstudeerde aan Harvard en medicijnen studeerde, geïnteresseerd raakte in politiek. Hij was lid van het comité van Boston dat een rapport opstelde over de Boston Massacre in 1770. Uiteindelijk werd hij benoemd tot lid van Boston’s Comité van Correspondentie, een van de vele van dergelijke comités die in de dertien koloniën werden gevormd. Deze comités werden schaduwregeringen, verantwoordelijk voor de interkoloniale communicatie, het mobiliseren van burgers tegen het Britse optreden, en het voor het eerst politiek verenigen van de koloniën. In Massachusetts werden de comités na de Slag bij Lexington en Concord vervangen door het Provinciaal Congres van Massachusetts, dat het grootste deel van het platteland buiten Boston controleerde. Hoewel hij op 14 juni een officiersopdracht kreeg, wilde Warren graag directer militair optreden dan zijn rang (generaal-majoor) normaal zou toestaan. Hij meldde zich als soldaat bij Breed’s Hill en werd gedood door een musketkogel in het hoofd op 17 juni 1775, slechts vier dagen nadat deze brief was geschreven.
Juni 13, 1775 van Joseph Warren aan de luitenant-gouverneur van Rhode Island, terug
Warren verstuurde zijn brief via de pas opgerichte Massachusetts Provisional Post. Het gebruik van de term “Circular” geeft aan dat het een van de vele was die naar ambtenaren in andere koloniën werden gestuurd. Een drukker uit Rhode Island, William Goddard, had al eerder door de koloniën gereisd om te pleiten voor de oprichting van een postsysteem dat onafhankelijk van het door de Britten gecontroleerde systeem zou functioneren. Verscheidene koloniën namen zijn advies over en deden dat ook. Op 12 mei 1775 richtte het Provinciaal Congres in Watertown, Massachusetts, zo’n postsysteem op, met het algemene postkantoor in Cambridge. Andere kolonies volgden dit voorbeeld, waarbij Providence en Newport, Rhode Island dit respectievelijk op 30 en 31 mei deden.
Uit deze brief bleek dat de Canadezen zich zorgen maakten over de militaire voorbereidingen die in sommige koloniën werden getroffen, waardoor zij zich zouden kunnen aansluiten bij de Zes Naties (van de Iroquois), die door de Britten werden opgehitst tegen de Amerikaanse patriotten, en vijandig zouden kunnen optreden tegen de Amerikanen. Meer bepaald ronselde kolonel Guy Johnson, een loyalist onder orders van generaal Gage, Iroquois krijgers om zich bij generaal Carleton in Canada aan te sluiten voor een aanval op New England.